Bank Degroof

Bank Degroof vindt haar oorsprong in de bank opgericht door Franz Philippson (1851-1929) en Salomon Leubsdorff in 1871. Het startkapitaal was geleend van Jacques Errera. De bank droeg de naam Bank F.M. Philippson tussen 1895 en 1961. Ze specialiseerde zich onder andere in leningen voor steden, nationale openbare leningen, vermogensbeheer (vanaf 1895-1900), effectenarbitrage, en dergelijke meer. Daarnaast werd ook geïnvesteerd in de industrie – in de spoorwegen, de non-ferrosector, elektriciteit (cfr. de oprichting van Intercom, de voorloper van Electrabel, in 1901), … We vermelden ook haar interesse voor de financiering van de kolonisatie in Centraal-Afrika (o.a. leningen ten behoeve van de Kongo-Vrijstaat). In 1906 werd Jules Philippson, zoon van Franz Philippson, opgenomen in de directie. Hij was o.a. de oprichter en voorzitter van de afdeling private banken van de Belgische Vereniging van Banken. De familie Philippson ging in 1940 in ballingschap; de leiding van de bank werd tijdens de Tweede Wereldoorlog doorgegeven aan Richard Weitzel en Jean Degroof. Jules Philippson werd opnieuw vennoot na zijn terugkeer in 1945. In 1961 veranderde de bank van naam naar Jean Degroof & Cie. Sinds het overlijden van Jean Degroof in 1969 heet de bank Bank Degroof. Vandaag is het één van de belangrijkste privé-banken in België, de enige die nog als zodanig bestaat en die onafhankelijk is gebleven. Naast regionale kantoren in België heeft Bank Degroof dochterondernemingen in Frankrijk, Luxemburg, Spanje, Zwitserland en Hongkong. Ze is onder meer actief op het vlak van financiële analyse, institutioneel vermogensbeheer, mergers en acquisitions, vastgoed, …