Gevangenissen

  • Prisons
Identifier
Gevangenissen
Language of Description
Dutch
Level of Description
Record group
Source
EHRI Partner

Biographical History

Vandaag telt België in totaal 32 gevangenissen – 16 in Vlaanderen, 14 in Wallonië en 2 in Brussel. Het Belgische gevangeniswezen bestaat grotendeels ongewijzigd sinds de Franse periode, toen de lijfstraffen van het Ancien Régime afgeschaft werden en vervangen door vrijheidsstraffen. Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen de secties voorbehouden voor niet-veroordeelden (het ‘arresthuis’ voor verdachten, ‘justitiehuis’ voor beschuldigden, later ook het ‘huis van bewaring’ voor zgn. passanten) en veroordeelden (het strafhuis, met diverse onderverdelingen). De scheiding tussen gedetineerde burgers en militairen (opgesloten in het ‘provoosthuis’) dateert van het Hollandse regime. Deze vijf afdelingen, doorgaans gecentraliseerd in één penitentiair complex, werden samen in de 19de eeuw ‘verzekeringshuis’ en daarna ‘gevangenis’ genoemd’. In Gent en Leuven, waar ook ‘tuchthuizen’ bestonden (instellingen ontstaan in het Ancien Régime), sprak men voortaan van ‘hulpgevangenissen’. De tuchthuizen zelf werden omgedoopt tot ‘centrale gevangenissen’. Sinds 1832 vormt het gevangeniswezen één van de hoofdtaken van het Ministerie van Justitie, dat bevoegd is voor o.a. de oprichting en afschaffing, het beheer, het personeel en de infrastructuur van de strafinrichtingen, interneringscentra, weldadigheidskolonies enz. In de 19de eeuw wijzigde het gevangeniswezen slechts minimaal. De omschakeling van een gemeenschapsregime (waarbij gedetineerden in grote gemeenschappelijke ruimtes verbleven) naar een cellulair regime leidde tot een grondige hervorming van de infrastructuur van de gevangenissen. Kritiek op deze strikte visie leidde in de loop van de 20ste eeuw tot de inrichting van open en halfopen gevangenissen, die beter geschikt zijn voor de reïntegratie van gedetineerden. Een tweede grote evolutie was de ‘ontdekking’ en afzondering van specifieke categorieën van gedetineerden (vb. vrouwen, minderjarigen, landlopers, bedelaars, geesteszieken, recidivisten, …). De specialisering binnen het gevangeniswezen was hier een logisch gevolg van – zie de oprichting van de antropologische diensten (jaren 1920), psychiatrische afdelingen (vanaf 1930), sociale diensten (jaren 1930) enz. We merken op dat ook de organisatie van de gevangenisarbeid een niet te verwaarlozen aspect is van het huidige penitentiair systeem. De archieven van de gevangenissen zijn van grote waarde voor de genealogie, de sociale geschiedenis, de historische criminologie, … Zie o.a. de rollen van de verschillende afdelingen, de registers van de morele boekhouding, en reeksen individuele dossiers (met briefwisseling, allerhande rapporten, soms foto’s) zoals de opsluitingsdossiers van de gedetineerden en de antropologische dossiers. Relevant voor deze gids is dat eind jaren ’30 heel wat ‘subversieve’ en ongewenste geachte vreemdelingen (o.a. Duitse en Oostenrijkse vluchtelingen) in allerhande strafinstellingen werden opgesloten.

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.
5 Items