Dienst voor Emigratie
- Service de l’Émigration
Biographical History
De Dienst voor Emigratie te Antwerpen werd opgericht met het reglement op het ‘vervoer van de landverhuizers’ (15 december 1876), in de uitvoering van de wet op het transport van emigranten van 14 december 1876. Ze bestond uit een Regeringscommissariaat, een Geneeskundige Dienst, een Commissie van Toezicht op de Dienst voor Emigratie en een Deskundigencommissie voor Emigratie. De Dienst voor Emigratie ressorteerde onder het Ministerie voor Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, en (vanaf 1956) onder het Ministerie voor Verkeerswezen. De dienst had een vrij uitgebreid takenpakket, waaronder de ontvangst van passagierslijsten en van de verklaringen van ondernemers die emigranten wilden vervoeren; het vaststellen van de datum en tijdstip van het geneeskundig onderzoek en de inscheping van emigranten; onderzoek van de logementen voor emigranten; registratie van klachten inzake voedselkwaliteit en accommodatie aan boord … De Regeringscommissaris had (sinds 1890) ook de bevoegdheid om inbreuken op de wet en het reglement op het transport van emigranten op te sporen en processen-verbaal op te stellen. Verder overzag hij ook het gebruik van de uit de internationale overeenkomst van Genève (14 juni 1929) voortkomende ‘transitkaart’, bedoeld om emigranten onderweg tijdelijk te laten ontschepen. De Commissie van Toezicht ten slotte was opgericht om mogelijke problemen in verband met het vervoer van emigranten op te lossen, de verplichte verzekeringen van ondernemers voor emigranten te controleren en om advies te verlenen over het verlenen of intrekken van vervoersvergunningen. Met het stilvallen van de emigratie in de jaren 1960-1970 verminderde ook de werking van de Dienst voor Emigratie. De dienst werd opgedoekt met de wet van 3 mei 1999 die de bevoegdheden van de nieuwe federale politie definieerde.