Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur

  • Ministère de l’Éducation nationale et de la Culture
Identifier
Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur
Language of Description
Dutch
Level of Description
Record group
Source
EHRI Partner

Biographical History

De bevoegdheden inzake onderwijs, wetenschappen, letteren en schone kunsten vielen vanaf de Belgische onafhankelijkheid tot 1878 quasi onafgebroken onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Een apart Ministerie van Onderwijs, opgericht in 1878, werd alweer afgeschaft in 1884, en haar bevoegdheden weer verspreid over de ministeries van Binnenlandse Zaken en Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken. In 1907 werden de bevoegdheden inzake cultuur en opvoeding geconcentreerd bij het nieuwe Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, hoewel het beleid met betrekking tot gespecialiseerde opleidingstypes (vb. technisch en agrarisch onderwijs) niet onder haar takenpakket viel. Een Ministerie van Openbaar Onderwijs ging van start in 1932, en verkreeg nu ook de (administratieve) bevoegdheid inzake technisch en landbouwonderwijs. In 1946 volgde een nagenoeg complete concentratie van het takenpakket bij dit ministerie, al bleef de scholenbouw wel gedeelde materie met het Ministerie van Openbare Werken. De problematiek van de bevoegdheden, resultaat van de lange politieke strijd tussen katholieken enerzijds en liberalen en socialisten anderzijds, was dus nog niet opgelost. Met de naamsverandering naar Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur (1960) werd het belang van het luik cultuur meer in de verf gezet. De culturele opdeling van het ministerie volgens taalregime volgde stapsgewijs vanaf de jaren 1960. In 1969 volgde de opsplitsing naar twee ministeries met aparte ministers: het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, en het Ministère de l’Éducation nationale et de la Culture française. Vanaf de jaren 1970, na de eerste staatshervorming, werden de culturele materies stelselmatig overgeheveld naar de cultuurraden van de gemeenschappen; onderwijs bleef aanvankelijk nog federale materie. Met de grondwetsherziening van 1988 en de officiële overdracht in 1989 was zowat de hele communautarisering van het bevoegdhedenpakket een feit. Het federale niveau bleef sindsdien enkel bevoegd voor het vastleggen van de schoolplicht, de minimumvoorwaarden voor diploma’s en het pensioenregime van het onderwijspersoneel.

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.
1 Item