Commissie van Onderzoek inzake de inbreuken op het Volkenrecht, op de wetten en gebruiken van de oorlog

De “Commissie van Onderzoek inzake de inbreuken op het Volkenrecht, op de wetten en gebruiken van de oorlog” werd opgericht met het regentsbesluit van 13 december 1944. Ze bestond uit zes leden – grotendeels juristen – benoemd met het besluit van 22 december 1944: Antoine Delfosse (voorzitter), Jacques Basyn (secretaris), Fernand Dehousse, Pierre Graux, Léon Van der Essen en Alfred Wauters. De Commissie voor Oorlogsmisdaden stelde zich tot opdracht om “ten nadele van Belgen voltrokken gruweldaden” op te sporen en om de publieke opinie hiervan op de hoogte te brengen. In tegenstelling tot een soortgelijke commissie opgericht na de Eerste Wereldoorlog, was het hier wel de bedoeling om documentatie aan te leggen zodat de schuldigen vervolgd zouden kunnen worden. Tussen 1945 en 1949 gaf de Commissie voor Oorlogsmisdaden een negental brochures uit over de oorlogsmisdaden die plaatsvonden in bezet België o.a. tijdens de meidagen van 1940, de bevrijding in september 1944, het Ardennenoffensief, … Ook over de Jodenvervolging verscheen een rapport (1948).