Ministerie van Landsverdediging
- Ministère de la Défense
Biographical History
Het Ministerie van Oorlog ontstond bij de onafhankelijkheid van België als één van de vijf ministeriële departementen. Haar directe voorganger was het Comité de la Guerre van het Voorlopig Bewind. Tot 1912 oefenden officieren vaak de taak uit van minister van Oorlog, daarna was dat nauwelijks nog het geval. Naast de minister speelt ook de koning (als opperbevelhebber van het leger) een rol in de militaire besluitvorming, en tot aan de Tweede Wereldoorlog hebben de vorsten ook effectief invloed uitgeoefend op het beleid van het leger. In 1920 kreeg het departement haar huidige benaming van Ministerie van Landsverdediging. De institutionele geschiedenis van het ministerie wordt gekenmerkt door vele grote en kleine reorganisaties, vooral na de Eerste Wereldoorlog (o.a. in de jaren 1920 en 1950, 1963, 1974, 2000-2002). Eén van de oorzaken hiervan was de vervlechting van verschillende taken en bevoegdheden en het benoemen van zowel burgers als militairen, omwille van de onduidelijkheid tussen de administratieve en zuiver militaire functies van het ministerie. Met de Copernicushervormingen (2000-2002) werd het ministerie (nog) niet omgevormd naar een FOD, al is de structuur grondig aangepast om de overlappingen en tussenliggende commandoniveaus weg te werken, en het personeel te reduceren. Vandaag maken de vier strijdkrachten (Landmacht, Luchtmacht, Marine en Medische dienst) met hun resp. diensten deel uit van een eenheidsstructuur. Verschillende algemene directies en stafdepartementen zijn verantwoordelijk voor o.a. het budget, het personeelsbeleid, juridische steun en bemiddeling, maar ook inlichtingen en veiligheid, strategie, operaties en training, …