Notitie van Rauter aan Harster over de vrijstelling van de gedoopte Joden. Bij een bespreking van Seyss-Inquart met de Generalkommissare wekte Schmidt...
Scope and Content
Notitie van Rauter aan Harster over de vrijstelling van de gedoopte Joden. Bij een bespreking van Seyss-Inquart met de Generalkommissare wekte Schmidt de indruk dat bij de kerken een definitieve vrijstelling van de 2000 gedoopte Joden had beloofd. De RK verklaarde daarentegen dat dit niet het geval was en dat deze Joden naar zijn mening na de deportatie de andere Joden ook "naar het Oosten overgeplaatst" moesten worden. Hij zou zijn uiteindelijke beslissing laten afhangen van de stellingname van de kerken t.a.v. de deportaties in hun kanselboodschappen. Mocht het hem gelukken de kerken in deze tot zwijgen te brengen dan zou er veel gewonnen zijn. In een kanttekening schrijft Rauter dat ook Schmidt hem verzekerde dat de gedoopte Joden tenslotte ook gedeporteerd konden worden, 18 juli 1942.