Notulen van de zg. Wannsee-conferentie te Berlijn, waarop o.l.v. Heydrich met de vertegenwoordigers (staatssecretarissen) van een aantal ministers, de...

Identifier
MF810946
Language of Description
Dutch
Alt. Identifiers
  • NL-AsdNIOD/270c/74
Dates
1 Jan 1937 - 31 Dec 1962
Level of Description
File
Source
EHRI Partner

Scope and Content

Notulen van de zg. Wannsee-conferentie te Berlijn, waarop o.l.v. Heydrich met de vertegenwoordigers (staatssecretarissen) van een aantal ministers, de Partei-Kanzlei, de Reichskanzlei; het RSHA, verder de BdS voor het Generalgouvernement en de BdS voor het Reichskommissariat Ostland, besproken werd op welke wijze men door coördinatie van de instanties die hier rechtstreeks bij betrokken waren, de uitvoering van de 'Endlösung der Judenfrage' in Europa centraal en definitief kon regelen. De centrale behandeling berustte ongeacht geografische grenzen bij de RFSS, resp. de CdS, aldus Heydrich, die vervolgens een inleiding hield over de vroegere 'Auswanderungspolitik'. Tot 31 okt. 1941 waren 350.000 Joden uit Duitsland, 147.000 uit Oostenrijk en 30.000 uit het Protektorat verdreven. Intussen had Himmler een emigratiestop afgekondigd. Hiervoor in de plaats kwam met toestemming van Hitler de 'Evakuierung nach dem Osten'. In Europa kwamen ± 11 miljoen Joden in aanmerking. Europa moest van West tot Oost doorgekamd worden, Duitsland en het Protektorat het eerst. De Joden worden via doorgangskampen naar het Oosten gedeporteerd. Van groot belang is dat van te voren wordt bepaald welke personen onder de Endlösung zullen vallen. Duitse Joden boven de 65, oorlogsinvaliden en zij, die het IJzeren Kruis 1e klas bezitten, komen in Theresienstadt. Het begin van de afzonderlijke grote deportaties is in hoge mate van de militaire toestand afhankelijk. Voor de deportaties uit de bezette en bevriende staten is van belang dat de deskundige vertegenwoordigers van het Auswärtige Amt contact opnemen met de competente Referenten van de Sipo en de SD, aldus de CdS, Heydrich. De vertegenwoordiger van het Auswärtige Amt, onderstaatssecretaris Luther, deelde hierop mee dat zich in sommige landen, met name de Skandinavische landen, moeilijkheden zouden kunnen voordoen. Hij verzocht die landen voorlopig niet aan te pakken. Voor West-Europa en het Zuid-Oosten van Europa zag hij geen grote bezwaren.,

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.