Getuigeverklaring van R. Hoess, kampcommandant van Auschwitz van mei 1940 tot 1 december 1943, daarna verbonden aan het WVHA, Amtschef I D, en als zod...
Scope and Content
Getuigeverklaring van R. Hoess, kampcommandant van Auschwitz van mei 1940 tot 1 december 1943, daarna verbonden aan het WVHA, Amtschef I D, en als zodanig de verbinding tussen RSHA en WVHA (IMT, XI, pp. 396-422, Duitse uitgave pp. 438-466. Höss verklaart dat hij in de zomer van 1941 bij Himmler werd ontboden en van hem vernam, dat Hitler opdracht tot de physieke vernietiging van de Joden had gegeven, dat deze in Auschwitz moest plaatsvinden en dat hij bezoek zou krijgen van Eichmann met wie hij de uitvoering moest bespreken. Van hem ontving hij ook alle verdere bevelen voor de tenuitvoerlegging. In het algemeen kwamen alle bevelen m.b.t. internering, bestraffing en executies van het RSHA, IV, voordien van de Gestapo en de Kripo. Omtrent de bewaking -hij noemt voor Auschwitz geen getal - zegt Höss dat 10% voor de binnendienst en 90% voor de buitendienst gebruikt werd. De laatste groep bestond niet alleen uit wachtposten maar ook uit opzichters en bewakers bij het werk in de Aussenkommandos, 15 april 1946.