Onderzoek - Vernietigingskamp Sobibor

Identifier
MF1023672
Language of Description
Dutch
Alt. Identifiers
  • 804
Dates
1 Jan 1983 - 31 Dec 1993
Level of Description
Fonds
Source
EHRI Partner

Extent and Medium

1,5 meter (92 inventarisnummers)

Creator(s)

Biographical History

Jules Schelvis (1921-) werd tijdens de razzia van 26 mei 1943 in Amsterdam opgepakt en samen met zijn vrouw Rachel Schelvis-Borzykowski en schoonfamilie naar Judendurchgangslager Westerbork gedeporteerd. Op 1 juni 1943 werden zij van daaruit op transport gesteld naar het vernietigingskamp Sobibor. Bij aankomst in Sobibor werd Schelvis, nadat hij daar zelf bij een SS-officier om had verzocht, ingedeeld bij een werkcommando dat naar het SS-Arbeitslager Dorohucza werd gestuurd. Zijn vrouw en schoonfamilie bleven achter en werden vrijwel direct na aankomst vergast. Ongeveer twee jaar verbleef Schelvis in negen verschillende kampen in Polen en Duitsland, tot hij op 8 april 1945 door het Franse leger in Vaihingen an der Enz werd bevrijd. Slechts drie Nederlandse mannen en vijftien vrouwen bleken na de oorlog Sobibor overleefd te hebben, waaronder Schelvis. Van zijn transport van ruim 3.000 mensen was hij de enige die overleefde. Zijn ervaringen heeft hij beschreven in (Bussum 1982). Schelvis hertrouwde na de oorlog en werkte als drukker, bedrijfsleider en Hoofd Personele Zaken bij het Vrije Volk. Na zijn pensionering is hij onderzoek gaan doen naar Vernietigingkamp Sobibor en de plaats die Sobibor innam bij de uitvoering van de “Endlösung der Judenfrage”. In 1993 publiceerde hij zijn onderzoeksresultaten in het standaardwerk (Amsterdam 1993). Elf jaar heeft Jules Schelvis gewerkt aan : In dit archief bevindt zich het bronnenmateriaal van zijn onderzoek.

Jules Schelvis in 2004

Vernietigingskamp Sobibor werd gebouwd in het kader van de Aktion Reinhardt, die onder leiding stond van Odilo Globocnic. Zijn opdracht was de uitroeiing te organiseren van anderhalf miljoen Europese joden. Daartoe werden vernietigingskampen gebouwd in Belzec, Sobibor en Treblinka. In april 1942 werd het vernietigingskamp Sobibor in gebruik genomen onder leiding van Franz Stangl. Stangl was, net als veel van zijn naaste medewerkers, afkomstig van het euthanasieprogramma T4. Bij de uitvoering van dit euthanasieprogramma had men ervaring opgedaan met het vergassen van geestelijk en lichamelijk gehandicapte mensen. Begin mei 1942 begon men in Sobibor met massale vergassingen van joden. In totaal behoorden 27 SS'ers tot de vaste bezetting van Sobibor en waren er meestal 17 à 18 in het kamp aanwezig. Zij werden geassisteerd door Oekraïense bewakers.

Vernietigingskamp Sobibor bestond uit vijf kampgedeelten. Er was een “Vorlager" met het aankomstplatform en de woonruimten van SS’ers en Oekraïense bewakers. In Kamp I bevonden zich de barakken van de ‘Arbeitsjuden’ en de appèlplaats. In Kamp II werden de mensen die van transport kwamen ontvangen en moesten ze hun bezittingen en kleding achterlaten. In Kamp III bevonden zich de gaskamers van Sobibor, de massagraven van de slachtoffers en de woonbarakken van de joden die daar moesten werken. Kamp IV werd in de zomer van 1943 gebouwd voor het schoonmaken en lageren van buitgemaakte Sovjetmunitie. De SS selecteerde uit de transporten een aantal dwangarbeiders. Op 14 oktober 1943 waren er zo’n 650 werkjoden in Sobibor, waarvan vijftig in Kamp III. De mannen die in kamp III verbleven, werkten bij de gaskamers en hadden geen enkel contact met de andere delen van het kamp. Geen enkele dwangarbeider van Kamp III heeft Sobibor overleefd. Tussen maart en juli 1943 arriveerden er 19 transporten uit Nederland met 34.313 joden uit Nederland. Achttien hiervan hebben Sobibor overleefd. In het kamp zijn naar schatting 250.000 joden vermoord.

In juli en augustus 1943 werd een verzetsgroep opgericht onder leiding van Leon Felhendler. Toen er een transport met joodse militairen van het Russische leger in het kamp was gearriveerd, werd aan een van hen, luitenant Alexander Petsjerski, gevraagd om de leiding van deze verzetsgroep over te nemen. De opstand vond plaats op 14 oktober 1943, omdat die dag drie van de meest gevreesde SS’ers, Franz Reichleitner, Gustav Wagner en Hubert Gomerski, met verlof waren. Tegen vier uur 's middags werd waarnemend commandant Johann Niemann naar de kleermakerij gelokt, zogenaamd om een nieuw uniform te passen. Daar werd hij door de gevangene Yehuda Lerner met een bijl gedood. Vervolgens werden nog elf SS’ers en twee bewakers door de verzetsgroep gedood . De meeste gevangenen van Sobibor hebben tijdens de opstand proberen te vluchten. Veel van hen werden tijdens hun vluchtpoging doodgeschoten of gedood door de mijnen die rond het kamp lagen. Van de mensen die konden vluchten werden er later nog veel gedood omdat ze tijdens klopjachten werden ontdekt of verraden door Polen. Van de 650 aanwezige joden in het kamp hebben 47 mensen de opstand overleefd. Naar aanleiding van de opstand werd besloten het kamp op te heffen. Er werden 300 joden uit Treblinka gehaald om het vernietigingskamp te slopen. Na de sloop werden ook deze mensen vermoord.

Het eerste Sobibor-proces tegen SS'er Erich Bauer vond plaats in 1950, met als uitkomst dat deze voormalige 'gasmeester' op 8 mei 1950 ter dood werd veroordeeld. Deze uitspraak werd later omgezet in levenslang. Het tweede proces vond ook plaats in 1950, gericht tegen Johann Klier en Hubert Gomerski. Op 25 augustus 1950 werd Gomerski veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, Johann Klier werd vrijgesproken. In september 1965 startte in Hagen het derde Sobibor-proces tegen de voormalige SS'ers van het kamp. Terecht stonden o.a.: Karl Frenzel, Kurt Bolender, Werner Dubois, Erich Fuchs en Frans Wolf. De straffen varieerden van levenslang tot vrijspraak. Bolender pleegde zelfmoord voordat hij veroordeeld kon worden. Gustav Wagner, die erin geslaagd was naar Brazilië te vluchten, pleegde in 1980 zelfmoord, nadat hij door een overlevende van Sobibor, Stanislaw Smajzner, werd herkend. In 1982 startte in Hagen een herzieningsproces op verzoek van Karl Frenzel, die in 1965 tot levenslang veroordeeld was. Op 4 oktober 1985 werd Frenzel opnieuw tot levenslang veroordeeld. Bij dit proces trad Jules Schelvis op als één van de openbaar aanklagers (Nebenkläger) en hield hij een requisitoir.Ook in het proces tegen Demjanjuk dat momenteel in Duitsland plaatsvindt, treedt de Nederlandse overlevende Jules Schelvis op als mede-aanklager. Jules Schelvis heeft samen met Dunya Breur twaalf overlevenden opgezocht en hen geïnterviewd over hun ervaringen in het kamp, de omstandigheden van de opstand en hun vlucht na de opstand. Ook Jules Schelvis zelf is geïnterviewd voor de videodocumentaire. De oorspronkelijke videobanden van deze interviews zijn overgezet op DVD en bevinden zich in het archief (inventarisnummers 26 t/m 45). De interviews zijn online te bekijken via de website .

Veel informatie in is afkomstig van de Sobibor-processen. De in het boek voorkomende citaten van SS'ers komen uit verklaringen die tijdens de Sobibor-processen door hen zijn afgelegd. .

Een barak in Kamp I in Sobibor

Archival History

1983-1993

Acquisition

Het archief is eigendom van het NIOD.

Scope and Content

Het archief bestaat uit artikelen, verslagen, (kopieën van) bewijsstukken, tekeningen, kaarten, documentatie- en illustratiemateriaal. Tevens bevinden zich DVD's in het archief.

Appraisal

Na ontvangst door het NIOD zijn de doubletten vernietigd tijdens de bewerking van het archief.

Accruals

Begin augustus 2011 droeg Jules Schelvis krantenknipsels, documentatie en kopieën van archivalia over, die hij had gebruikt voor zijn boek en enkele brochures.

System of Arrangement

Bij de bewerking van dit archief is zoveel mogelijk de oorspronkelijke ordening van Jules Schelvis aangehouden. Een thematische indeling in rubrieken is door de bewerker toegevoegd.

In de periode juli 2008 tot april 2009 zijn de door Jules Schelvis gehouden interviews met overlevenden gedigitaliseerd. Dit geschiedde met subsidie van het Programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De oorspronkelijke video-opnamen bevatten privé-fragmenten en een interview met één persoon was regelmatig verspreid over meerdere banden. Door digitalisering zijn de interviewfragmenten van elke overlevende op een aparte DVD gezet. Bovendien is elk interview voorzien van een Nederlandse en Engelse ondertiteling. De 32 videobanden zijn uiteraard bewaard gebleven (inventarisnummer 41). Ook de tijdens het digitaliseren ontstane werkbestanden zijn in het archief opgenomen (inventarisnummers 42-44). De 15 DVD's met ondertitelde interviews zijn te vinden in de inventarisnummers 26-40.

Conditions Governing Access

Volledig openbaar

Openbaarheid

Het archief is in zijn geheel openbaar.

aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 804, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken

Conditions Governing Reproduction

Behoudens de algemene regels die gelden voor het vermenigvuldigen van stukken gelden geen beperkingen voor de reproductie.

Physical Characteristics and Technical Requirements

De materiële toestand van de archiefstukken verzet zich niet tegen gebruikelijke raadpleging van de originelen in de studiezaal van het NIOD.

Note(s)

  • Jules Schelvis, zelf overlevende van de Holocaust, heeft elf jaar onderzoek verricht naar het vernietigingskamp Sobibor. In dit archief bevindt zich het bronnenmateriaal van zijn onderzoek: artikelen, verslagen, (kopieën van) bewijsstukken, tekeningen, kaarten, documentatie- en illustratiemateriaal.

Sources

  • citeer en aanvraaginstructie

  • Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd onder vermelding van: archief 804, inv.no. ...

  • Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna volstaat een verkorte aanhaling:

  • Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Vernietigingskamp Sobibor, inv.no. 804

  • NIOD, archief Sobibor Jules Schelvis, inv.no. 804

  • Cohen, E.A., (Amsterdam 1979) Schelvis, Jules, (Bussum 1982). Schelvis, Jules, (Amsterdam 1993). Schelvis, Jules, "12 Jiddische gedichten" (Elzenhorst 1983) Schelvis, Jules, "De geschiedenis van een transport" (Elzenhorst 1986)

Process Info

  • De inventaris is in 2006 vervaardigd door Esther Balkestein.

Subjects

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.